maandag 28 april 2014

Er is er één jarig....

Er is er één jarig, hoera hoera.
Dat kun je wel zien, dat is zij. 
58 jaartjes oud en wat ziet ze er goed uit. 

Lieve schat, van harte gefeliciteerd. 

Keurig

Ondanks het feit dat wij, als zeezigeuners, eigenlijk zonder vaste woon- en verblijfplaats zijn, dat we steeds meer afzakken naar de zelfkant van de maatschappij, zijn we er toch maar weer in geslaagd de illegaliteit te ontstijgen om dus uiteindelijk weer, gewone keurige burgers, te worden

Dinsdagochtend zijn we gewoon netjes gaan inklaren bij de douane en immigratie  van Bequia. Kosten, 72 EC dollars, ongeveer €25. In het weekend was daar nog 50 EC overtime bijgekomen. Zeg nou zelf, Hollands als we zijn, dat is toch echt zonde van je geld, want je krijgt er werkelijk niets voor. 

Nagenoeg op ieder eiland moet je flink in de buidel tasten om in te klaren. Op sommige eilanden moet je ook weer betalen als je wilt uitklaren. De prijzen variëren van 72 cent tot 150 US dollar. 
Anyway, we zijn weer keurig ingeklaard. 

Onze Australische vrienden van de Eye Candy, Clare and Andrew, hebben ons laten zien hoe je op een eenvoudige manier een "zoetwater dekwas installatie" maakt. Nu onze Waternimf het zo goed doet, kunnen we het ons wel permitteren om na iedere tocht de boot even af te spoelen met zoet water. De Acapella ziet er dan ook weer keurig uit. 
Ellen heeft haar verzameling sanddollars kunnen aanvullen met zee-egel eco-skeletten, ze heeft ze keurig schoongemaakt en gewassen. Ze zien er prachtig uit. Deze overblijfselen zijn net zo broos als de sanddollars, dus je moet er erg voorzichtig mee zijn anders verbrokkelen ze in je hand. 
Ons voorzeil is hard aan vervanging toe. Dit is het standaard zeil dat bij de boot hoorde toen we haar acht jaar geleden kochten. We hebben al een paar offertes aangevraagd bij diverse zeilmakers. Een beslissing hebben we ook al gemaakt en over een tijdje ziet het voorzeil van de Acapella er ook weer keurig uit. 

De laatste (anders wordt het wel heel erg flauw).
 
We komen de baai van de Tobago Cay's binnen varen. In het midden van de baai dobbert een rubberboot met twee mensen erin. In de verte zien we ze zwaaien en aangeven dat ze motorproblemen hebben. Keurig als we zijn en zo als goed zeemanschap betaamt, varen we er naar toe om onze hulp aan te bieden. Blijken het Jörn und Nate te zijn, die we een jaar geleden al een paar keer eerder hebben ontmoet. Vanzelfsprekend konden ze een sleepje krijgen. 
Nadat we geankerd hadden en Jörn zijn motortje weer aan de praat had gekregen, was er voldoende tijd om even bij te praten. 


dinsdag 22 april 2014

(Semi) Illegaal

Majestueus verheffen de Pitons zich boven de baai, allebei ongeveer 700 meter hoog, wijzen ze bijna loodrecht naar de hemel. Het ene moment is het windstil en het andere moment giert de valwind met 25 tot 30 knopen over het water. Wat een imposante plek is dit. De diepte varieert tussen de 12 en de 60 meter, de bodem is rotsachtig en ankeren is nagenoeg onmogelijk. De Acapella ligt rustig te wiegen achter haar meerboei op St.Lucia.
Het motoronderhoud is gedaan, olie verversen, filters vervangen, de versleten impeller precies op tijd verwisseld, we kunnen er weer een tijdje tegen. 
De communicatie problemen met de marifoon werden veroorzaakt door een kapotte kabel, deze is gerepareerd en weer kon er iets van het lijstje worden afgestreept. 
Na twee dagen in de Marina te hebben gelegen van Le Marin op Martinique was het tijd om te vertrekken. 

De volgende bestemming is St.Lucia, het is niet de bedoeling om hier lang te blijven. We willen even inkopen doen, er is hier een goede supermarkt en ze verkopen prachtige wijnen. Op de Franse eilanden hebben ze alleen maar Franse wijn en het is best lastig om daar een lekkere Chardonnay te vinden. Daarentegen zijn op de Engelse eilanden weer heerlijke Chileense en Argentijnse wijnen te verkrijgen, welke toch onze voorkeur hebben. 

We klaren in op St.Lucia en ook direct weer uit. Dit betekent dat we maximaal 72 uur op één plek mogen blijven, om daarna het land direct weer te verlaten. 
Zo waren we het ook van plan. Twee dagen Rodney Bay en dan weer door naar het volgende eiland. 
Als je maar 72 uur blijft, kwamen we later achter, dan mag je slechts op één plek ankeren maar hoef je ook geen cruising permit te kopen, een vergunning om in de wateren rondom St.Lucia te mogen varen. 
Twee dagen Rodney Bay was voldoende, de boodschappen zijn gedaan, de ruimen weer gevuld met wijn, het anker kan gelicht worden. 

10 mijl voorbij Rodney Bay kom je langs Marigot Bay, ook een erg leuk plekje. Zullen we hier toch ook nog een nachtje blijven? We hebben tenslotte geen haast. Het enige waar we mee zitten is ons in- en uitklaar bewijs. Als we controle krijgen kunnen we altijd zeggen dat we motorproblemen hebben. 

Na de ene nacht moeten we toch echt weg. 
Wat doen we, rechtstreeks naar Bequia of maken we een tussenstop op het volgende eiland, St.Vincent. 
Als we nog een nachtje bij de Pitons gaan liggen dan kunnen we zeker in een dagtocht Bequia bereiken. 

De Pitons zijn prachtig, de zeiltocht naar Bequia, ondanks de harde wind, fantastisch. (Na ruim 7000 mijl gevaren te hebben sinds ons vertrek, beginnen we het 'echte' zeilen eindelijk een beetje te begrijpen;-))
Op heel veel van deze eilanden moet je binnen kantooruren inklaren, zo ook op Bequia (spreek uit: Bekwhee) Buiten kantooruren, op zon- en feestdagen, moet je 'overtime' betalen. Wij komen aan op zaterdag, dit weekend is het Pasen, douane en immigratie zijn weliswaar open maar wij besluiten toch maar om op dinsdag te gaan inklaren. 
 
Semi illegaal op St.Lucia, tijdelijk illegaal op Bequia. 

zondag 13 april 2014

Een beetje van alles

De afgelopen week was eigenlijk, een beetje van alles.
Een beetje historie, een beetje cultuur, een wandeling en een bezoek aan een rum fabriek, een stukje varen, lekker zwemmen, constateren dat de boiler lekt en er voor zorgen dat dit verholpen werd.
Borrelen met Clare en Andrew van de Eye Candy, mailen en het blog bij werken.

Zoeken naar een oplossing voor een probleem met de marifoon.
Afspraken gemaakt voor motoronderhoud, weer varen, weer zwemmen en een trail gelopen door de bergen van het ene dorp naar het andere en weer terug.
Vroeg naar bed om vervolgens om 06.00 uur op te staan omdat er weer gevaren moest worden.

Dan heb je natuurlijk ook nog de gewone huishoudelijke activiteiten zoals boodschappen, koken, gasflessen verwisselen, wassen -strijken doen we niet meer- schoonmaken etc.
Voor de ontspanning gaan we af en toe een paar uurtjes naar het strand en om de paar avonden kijken we naar een film van James Bond. We zijn bij 'Doctor No' begonnen en hopen aan het eind van de maand, ze allemaal nog een keer gezien te hebben.
Van onze lieve vriendin Yola, ontvingen we een mailtje waarin ze betoogde dat ik de watermaker geen "Waterheks" meer moest noemen, maar "Waternimf". Zij beëindigde haar relaas met de volgende opmerking: "Martin, vrouwen moet je paaien,  jij als geen ander weet hoe dat moet". Vanaf nu heb ik het alleen nog maar over onze "Waternimf" die het zo goed doet dat we haar zelfs op de timer kunnen laten draaien. 
Als voorschot op de jaardagen van Clare (21/04) en Ellen (28/04) zijn we uit eten geweest.
Kortom het was dus gewoon een weekje met, 'een beetje van alles'.

zaterdag 5 april 2014

Wat een Parbootje al niet kan veroorzaken

Vorig jaar rond deze tijd hebben we in de haven van Point a Pitre van Guadeloupe kennis gemaakt met Bert en Dorothy. Zij zijn naar de Verenigde Staten, geëmigreerde Nederlanders. Bert heeft ooit bij KLM Aerocarto gewerkt en Dorothy werkte bij het Ministerie van Buitenlandse zaken.

Zij hebben elkaar in Suriname ontmoet. Dorothy werkte daar op de ambassade en Bert bracht Suriname in kaart.
 
Bert en ik hebben elkaar, ergens rond 1980, weleens gezien tijdens één van de vluchten van of naar Paramaribo.

Zoals gezegd, afgelopen jaar kwamen we elkaar toevallig tegen. Het klikte direct. Verhalen uit de oude doos werden opgedist en wij konden Bert blij maken met een blikje Parbo bier.

Toentertijd waren wij net zes weken in Suriname geweest en zaten vol met leuke verhalen. Zowel Bert als Dorothy werden helemaal enthousiast.

Zou het voor hen ook een mogelijkheid zijn om weer -maar nu met eigen boot- naar Suriname te gaan?

Hier hebben we ze toch wel op een idee gebracht.
Om een lang verhaal kort te maken. Bert en Dorothy zijn naar Suriname gevaren, zijn daar de maximale tijd dat ze mochten, nl 3 maanden, gebleven en hebben de tijd van hun leven gehad.
Doordat we hen gevolgd hebben via hun blog, wisten we dat we elkaar hier in de buurt zouden kunnen ontmoeten.

Het weerzien was hartverwarmend.

Nieuw idee.

Bonaire in het stormseizoen.

Als je bedenkt wat een Parbootje kan veroorzaken. Wellicht lukt het met een blikje Polar ook ;-)

donderdag 3 april 2014

Seacat

Zijn echte naam is Octavius maar iedereen noemt hem Seacat. Hij is één van de vele, officiële tourguides van het eiland en tevens ook taxichauffeur. Als boatboy is hij voor zichzelf begonnen maar inmiddels heeft hij Djinn in dienst genomen, om het 'boatboy werk' te doen. Dit betekent dat Djinn de schepen helpt met het vinden van een mooring, afrekent, maar voor afval of andere zaken kun je hem ook benaderen.
                                                               Djinn

Seacat heeft zich gespecialiseerd in toertjes. Het thema van zijn tours is: "See, feel, taste and do".
Samen met Clare en Andrew van de Eye Candy, Jeanette, Hajo en baby Vera van de Sirena hebben we een toertje geboekt bij Seacat.
We vertrokken 's ochtends om 09.00 uur en waren 's avonds om 19.30 weer terug.  Dus het onderdeel "Zien" is ruimschoots aan bod gekomen.
In de loop van de ochtend bracht Seacat ons bij één van de vele, illegale, rum stokerijen die het eiland rijk is.
Hier kregen we een aantal verschillende soorten, gekruide rum te proeven. Ik kan je verzekeren dat je dit echt wel "voelt". 
Seacat stopt bij iedere boom en bij iedere struikt. Hij laat je vruchten proeven, bladeren ruiken, boomschors betasten, citoengras verfrommelen -waardoor je citronella ruikt- ga zo nog maar een tijdje door.
                      Hij brengt je naar Manny, de lekkerste bakker van Dominica. 
Hoogte punt van de dag is de wandeling en de beklimming naar de Victoria Falls. Een waterval, ongeveer een uur lopen, klauteren en klimmen door het bos. 
                               Je "doet" genoeg op zo'n dag met Seacat.

 

Wat zal de dag ons brengen

Zaterdag ochtend 09.10
De Acapella is er klaar voor om weer een stukje verder te varen. De weerberichten zijn gunstig, volgens de Windguru en de gribfiles is er vandaag een prachtige stabiele oostenwind kracht 4 tot 5. Zo ongeveer 15 tot 20 knopen.
De Acapella vertrekt uit de baai van Portsmouth met alleen het voorzeil uitgerold, richting het 20 mijl zuidelijker gelegen plaatsje Rousseau. Met een snelheid van ongeveer 8 knopen racet zij door de baai. Aan het einde van de baai rollen we ook nog een stuk van het grootzeil uit. Eigenlijk varen we in deze wateren altijd met een rif in het zeil. Door de hoge golven is het soms lastig zeilen. Vandaag zou daar geen sprake van moeten zijn maar, we nemen toch maar het zekere voor het onzekere.
Op het moment dat we de baai uitvaren valt de wind nagenoeg weg. 2 knopen, we liggen bijna stil. Hoe zit dat nou met die beloofde mooie stabiele oostenwind. We zetten de motor aan om toch maar een beetje voortgang te hebben. Na een kwartiertje begint de wind alweer een beetje aan te trekken, nu kunnen we eindelijk echt zeilen. Het zal wel door de bergen komen dat de wind een beetje raar doet. Na een uurtje varen valt de wind weer weg. 2 knopen wind uit het noordoosten. We liggen weer stil. De windmeter tolt een beetje maar laat ook zien dat de wind nu uit een andere hoek begint te komen. 2 knopen uit het zuidoosten, 10 knopen uit het zuidoosten, 20 knopen, de wind trekt aan tot 36 knopen. De Acapella ligt op één oor en springt op de golven. We hebben gelukkig al een rif in het grootzeil maar een tweede rif is zeker geen overbodige luxe. Het voorzeil rollen we elektrisch in, maar een tweede rif in het grootzeil vraagt onder deze omstandigheden wat meer effort. De wind blijft doorstaan op gemiddeld 30 knopen, we spuiten over het water en dansen over de golven. 3 mijl voor onze ankerplek valt de wind weer geheel weg. Het laatste stukje varen we op de motor.

Zaterdag avond 21.10
Ellen heeft een heerlijke salade met kip gemaakt. Na het eten met een paar wijntjes erbij, zitten we wat glazig voor ons uit te staren. Ellen stelt voor om naar bed te gaan, 21.10 is wel een beetje vroeg maar na onze avonturen van vanochtend lijkt lekker slapen zo gek nog niet.
Plotseling doemt er, op nog geen 2 meter afstand van ons, een boot op uit het niets. Geen verlichting, geen anker uit, geen bemanning aan boord, helemaal niets. De boot glijdt voorbij, verder de duisternis in. Allebei zijn we plotseling klaar wakker, er moet iets gebeuren want anders gaat er ergens iets fout. Ellen pakt zaklampen, de portable marifoon en een lijn. Martin zorgt ervoor dat de rubberboot vaar klaar is en vraagt in de tussentijd via de marifoon om assistentie. We krijgen geen reactie.

We halen het op drift geraakte schip in en Ellen klimt aan boord, zij bevestigd onze lijn, ergens voor op aan een kikker. Er liggen wat vissersbootjes in de beurt aan een mooring, het lukt ons om de Aliena 2, zo heet de boot, aan één van die vissersbootjes vast te maken. Nu drijft ze in ieder geval niet meer verder af.

Via de porto vragen we nogmaals om assistentie. Nu antwoordt Pancho, één van de lokale boat boy's gelukkig. "No worry Martin, I'm on my way". Pancho heeft een grote sloep met een 40 pk motor dus hiermee moeten we de Aliena wel kunnen slepen. Gezamenlijk lukt het ons om de boot aan een lege mooring te leggen.

Een half uur later zien we de eigenaar van de boot, helemaal ontredderd aan boord stappen. Hij was samen met zijn maat ergens gaan eten. Zijn boot lag aan een mooring, ongeveer één mijl verderop. Op de één of andere manier hadden ze het schip blijkbaar niet goed vastgelegd.
Gelukkig had Johan -from Sweden- wel zijn AIS (Automatic Identification System) aan staan waardoor hij weer, met behulp van een ander schip, zijn eigen boot kon lokaliseren.

Nadat we hem vertelden dat we zijn boot 'gered' hebben, wilde hij ons belonen. 200 EC (East Caribbean Dollars) voor ons en 200 EC voor Pancho. (100 EC is ongeveer €30)
Zo zie je maar weer, je weet nooit wat de dag zal brengen.

dinsdag 1 april 2014

Sand dollars

We hadden al vaak over sand dollars gehoord, maar ze nog nooit in het echt gezien.
Tijdens het snorkelen in Guadeloupe zagen we een witte, ronde vorm tussen het zeegras.
Na heel diep adem gehaald te hebben dook Martin naar de bodem en kwam heel blij boven water met de eerste sand dollar. Een prachtig exemplaar en nog helemaal gaaf.

 
De grote vraag bleef, wat is het?? Een zee-egel, een zeester of iets ertussen in. Het blijkt allemaal familie van elkaar te zijn. De sand dollar is zo genoemd vanwege zijn gelijkenis met een munt.
De mondopening zit aan de onderkant, daarmee schuift hij over de bodem om voedsel op te nemen..
Bij leven heeft hij een waasje van harige stekels op zijn rug en is hij bijna niet te zien op de bodem.

Degene die je vindt op het strand zijn inmiddels gebleekt door de zon.


Skeletten van zee-egels zijn ook prachtig, je ziet precies waar de stekels gezeten hebben.