Het heeft toch wel bijna een week geduurd voor dat we weer een beetje 'bij' waren. De eerste paar dagen gingen we om acht uur naar bed en sliepen gemiddeld 10 uur per nacht.
De boot moest grondig worden uitgemest, onderweg kom je daar niet aan toe. Als je dan eenmaal op de plaats van bestemming bent heb je weer alle tijd om de boot onderhanden te nemen. We hadden toch wel wat water binnen gekregen, dus alles moest open om ontzilt te worden.
Na gedane arbeid is het goed rusten.
De eerste paar dagen stonden in het kader van kennis maken met medezeilers. Grappig is dan dat de eerste mensen met wie je echt contact hebt, Nederlanders zijn, die hier een boot gehuurd hebben.
Het was gezellig met Paul, Heleen, Monica en Geerlof.
De lokale drankjes, 'Painkillers' smaakten zeer goed.
We hebben een huisdier.
Deze pelikaan probeert onze preekstoel tot zijn nieuwe huis te maken. Het is wel een grappig gezicht, maar we jagen hem toch maar iedere keer weg, want hij schijt de hele boel onder.
Met een clubje zeilers hebben we een tochtje gemaakt naar een lokaal restaurantje om te lunchen en van het uitzicht te genieten.
Het is hier enorm heuvelachtig en de wegen zijn zeer steil. We zijn met het busje heen gegaan en terug hebben we gelopen.
Helaas zijn de organisatoren van de Salty Dawg, Bill en Linda Knowles, nog steeds niet gearriveerd. In eerste instantie wilden ze wachten tot iedereen vertrokken was om alles in Hampton goed achter te laten. Toen dat eenmaal achter de rug was moesten ze wachten op een goed 'weather window'. Dit 'weer raam' liet nog een week op zich wachten. Uiteindelijk waren ze goed en wel onderweg tot dat bleek dat één van hun opstappers beide(!) dieseltanks had gevuld met water, waardoor ze dus weer terug moesten naar Hampton.
Bill en Linda hebben het, door hen zelf georganiseerde, aankomst diner gemist. Door middel van een open internet verbinding waren ze er toch een beetje bij.
De onderdelen voor de kapotte elektrische furlex, waren ook gearriveerd, echter op een eiland 40 nm verderop. Het had wel wat voeten in de aarde, maar de lokale dealer in St.Thomas, heeft het pakketje met de veerboot meegegeven naar Virgin Gorda. Wij konden het 's avonds ophalen bij de douane. De volgende dag was het een paar minuten werk om de aandrijfriem te vervangen.
In de tussen tijd kreeg Martin steeds meer last van zijn linker oog. Het leek alsof er iets in zat, zand of een splinter. Wrijven helpt niet, spoelen ook niet, niet met zeewater en niet met oogdruppels. De klachten verergeren en we gaan maar op zoek naar een arts. De lokale huisartsenpost kan ook niets doen en verwijst ons naar de Oneal Eye Clinic op Tortola, een eiland 20 mijl verderop. Wij met de veerboot daarnaar toe. Komen we bij een veredelde opticien uit. Dr. Jones, verdooft het oog met druppels en begint met een wattenstokje in het oog te peuteren. Uiteindelijk haalt hij er iets uit. Een klein zwart puntje. Dat moet het zijn. Bijna U$400 lichter (140 voor de huisartsen post, 60 voor de veerboot, 100 voor Dr. Jones en 60 voor medicijnen) keren we terug naar de boot.
Dr.Jones
Als de verdoving is uitgewerkt is de pijn nog erger dan voorheen. Je moet geduld hebben want als iemand zo in je oog heeft zitten peuteren dan duurt het even voordat het over is. Na twee dagen zijn de klachten nog steeds hetzelfde en Martin denkt er over om naar Nederland te gaan.
Na nogmaals contact opgenomen te hebben met de Eye Clinic, bleek inderdaad dat we geholpen waren door de opticien. Maar de echte oogarts, Dr. Oneal was nu wel aanwezig en zou ons kunnen ontvangen. Wij weer met de veerboot naar Tortola. Deze arts constateert dat er een zweertje op het hoornvlies zit, hoogstwaarschijnlijk veroorzaakt door een geïnfecteerde contactlens. Nieuwe medicijnen, 6 x per dag druppelen, 7 dagen lang. Dit consult hoefden we niet te betalen. Nu na een paar dagen, lijkt het erop dat het alweer iets beter gaat. Even afwachten dus maar.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten